Ga voor een Bijzondere klimaatwet
België: federaal, gewesten en gemeenschappen
In Europa en daarbuiten bestaan er steeds meer klimaatwetten. Het VK, Denemarken, Zweden, Finland, Frankrijk en Noorwegen hebben er een en Nederland volgt hen deze maand mei nog. Deze wetten dragen ontegensprekelijk bij tot de versterking van de langetermijnvisie op het klimaatbeleid. Hun meest opvallende troeven? Ze leggen langetermijndoelstellingen vast, ze zetten in op wetenschappelijke objectivering van het beleid, ze structureren de planning en ze dwingen tot jaarlijkse rapportering van de beleidsresultaten aan het parlement, wat goed is voor de accountability.
Geef ook België zo een wet. We hebben het instrument nodig om een meer doelmatig en doeltreffend beleid te voeren, dat onze internationale en Europese engagementen naleeft. Denk hierbij niet alleen na over inhoud maar ook over instellingen en vorm. We voeren klimaatbeleid met zeven overheden: de federale staat, de drie gewesten en de drie gemeenschappen. Coherentie moeten we organiseren. Tussen een bijzondere wet en een samenwerkingsakkoord, verdient dat eerste instrument de voorkeur.
Maak die bijzondere wet onmiddellijk, binnen het eerste jaar van de komende regeerperiode, en vergeet er de gemeenschappen niet bij te betrekken. Naast de federale staat en de gewesten, horen ook zij bij de klimaatbeleidsvoering. Ze beheren een aanzienlijk gebouwenpark (onderwijs, sport, cultuur, gezondheids- en welzijnszorg). Via onderwijs- en mediabeleid zijn ze essentieel op het vlak van voorlichting en sensibilisering.
Deze oplossingsrichting staat los van het herfederaliseren van bevoegdheden. De bevoegdheden blijven waar ze zijn. Er wordt enkel beter afgestemd tussen de bestaande beleidsniveaus.
Ga voor een klimaatwet met klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050
Naar het voorbeeld van bovenvermelde landen zou het goed zijn indien België zijn globale klimaatdoelstellingen op de lange en middellange termijn vastlegt in een klimaatwet. Concreet betekent dat: tegen 2030 en 2050. De klimaatdoelstellingen op de lange en middellange termijn geven concrete cijfers voor de vermindering van onze uitstoot aan broeikasgassen, voor het aandeel hernieuwbare energie en voor de verbetering van onze energie-efficiëntie. Zij worden aangevuld met duurzaamheidscriteria, die richting geven. Doelstellingen en beginselen vormen idealiter een onderdeel van een bijzondere wet.
Waarom zo’n wetgeving?
Klimaatbeleid kan niet zonder langetermijnvisie. Een klimaatwet is goed voor de doelgerichtheid op die tijdschaal. Langetermijndoelstellingen en enkele pertinente beginselen brengen focus, coherentie en ambitie in de beleidsvoering van het orkest aan bevoegde overheden en opeenvolgende regeringen. Vergelijk het met de navigatie van een auto: als we in de gps een duidelijke eindbestemming invoeren, geeft het niet dat we met verschillende wagens en verschillende chauffeurs rijden. Dan weten we allemaal waar we moeten staan in 2030 en 2050.
Het vastleggen van doelstellingen op de lange en middellange termijn doorbreekt bovendien de korte-termijnlogica van de huidige politiek. Representatieve democratieën zoals de onze zijn erg geconditioneerd door de dynamiek van electorale cycli. Het is lastig werken aan 2050 wanneer 2019 nog gewonnen moet worden.
Geef de klimaatwet de vorm van een bijzondere wet
Klimaatbeleid is een wezenlijk transversaal beleid. In elk land stelt dit een aparte uitdaging voor de beleidsvoering. In ons land scherpt de complexe staatsstructuur deze uitdaging aan: de relevante bevoegdheden zijn verdeeld over de federale staat, de drie gewesten en de drie gemeenschappen. Coherentie in de beleidsvoering moet worden georganiseerd. Een bijzondere wet legt een transparante en democratische basis voor coherente en constructieve samenwerking. De wet zorgt er ook voor dat de ministers, ambtenaren en parlementsleden van de zeven bevoegde overheden met elkaar kunnen werken op basis van ontmoeting en dialoog binnen adequate, slagvaardige instellingen. Hiermee komen we tegemoet aan onze internationale en Europese verplichtingen, die ons voortaan tot intense samenwerking verplichten. Gênante taferelen van manifeste niet-samenwerking behoren definitief tot het verleden.
Maak die wet mogelijk door toevoeging van volgende zin aan artikel 7bis van de Grondwet: ‘Zij werken inzonderheid samen aan een doeltreffend klimaatbeleid overeenkomstig de doelstellingen, beginselen en modaliteiten vastgesteld bij een wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.’
Waar is dit goed voor?
Voor doeltreffende samenwerking. Tot nog toe talmde België met het nemen van de dringende beslissingen om de weg naar een koolstofarme en duurzame samenleving in te slaan. De beleidsuitdaging binnen onze staatstructuur kreeg geen afdoende institutionele respons. Een bijzondere wet zorgt met democratische legitimiteit en transparantie voor solide structuren en coördinerende basisbeginselen.
Vlotte samenwerking op wetgevend en uitvoerend niveau maakt ook de geïntegreerde aanpak mogelijk waar de Europese Governance-verordening van einde 2018 ons toe dwingt. Zo kan België dynamisch coherente en ambitieuze beslissingen nemen inzake klimaat en duurzaamheid.
Gebruik samenwerkingsakkoorden waar ze goed voor zijn
Het klimaatbeleid brengt fundamentele maatschappelijke uitdagingen mee. De politieke besluitvorming hierover hoort thuis op het publieke podium, met debat voor het oog en oor van eenieder. In de organisatie van het klimaatbeleid op nationaal niveau zijn samenwerkingsakkoorden, verplicht of niet, dan ook oordeelkundig te gebruiken. Hun pover democratisch gehalte en ambitie-fnuikende ontstaansdynamiek zijn gekend. De fundamenten van het klimaatbeleid zijn meer gediend met open democratisch overleg dan met coulissenwerk, meer met ambitie dan met kleinste gemene delers. De ervaring leert overigens dat het samenwerkingsakkoord wel geschikt is voor de aanpak van beperkte technische en organisatorische kwesties waarover amper tot geen discussie bestaat. Gebruik ze dan ook voor dergelijke kwesties, niet voor de grondslagen van een slagvaardig, rechtvaardig en ambitieus klimaatbeleid.
Deze aanbeveling verhoogt de transparantie, en dus ook politieke accountability, van het klimaatbeleid. Politieke oplossingen zijn slechts effectief wanneer ze tegelijkertijd transparant, onderbouwd en overlegd tot stand gekomen zijn. Met transparant bedoelen we: ontstaan dankzij heldere processen tussen onze politieke overheden (parlementen en regeringen), én met volledige openheid over deze processen voor burgers. Alle mogelijke relevante beleidsdocumenten – adviezen, beslissingen, rapporten – moeten publiek toegankelijk zijn.
Ons huidig beleid inzake klimaat en duurzaamheid lijdt onder een democratisch deficit: door een tekort aan parlementair debat is het zowel voor politici als bevolking en beleidsvoerders lastig daadwerkelijk met de zaak begaan te zijn. Ni vu ni connu, lijkt het wel, ongekend is onbemind. De transparantie zal de betrokkenheid en dossierkennis van zowel politici als burgers ten goede komen.
De aanbeveling bepleit eveneens een doelmatig gebruik van het instrumentarium waarover de Belgische staatsmachinerie beschikt. Het instrument van het samenwerkingsakkoord hanteren we al sinds 2002 in het klimaatbeleid. De ontoereikende en soms schokkende praktijkresultaten wijzen zonneklaar op zijn beperkingen. Ter herinnering: toen Europa ons land verplichtte om de doelstellingen voor de tweede Kyoto-protocolperiode 2012-2020 te implementeren, kozen we ervoor om dat met een samenwerkingsakkoord te regelen. We waren ermee klaar in… 2018